Geen reden om heel ingewikkeld te doen

Over werken met architectuur kun je dikke boeken vol schrijven en dat is dan ook vaak gedaan. Toch is de essentie van het architectuurproces te vangen in enkele simpele vragen. Wat is er nu en wat willen we veranderen of oplossen? Welke nieuwe situatie past bij onze ambities en ontwikkelingen? Hoe gaan we dat bereiken? Veel ingewikkelder moet werken met architectuur niet zijn.

Een pragmatisch architectuurproces start als er iets moet veranderen in de werkelijke wereld. De informatievoorziening functioneert niet, het moet efficiënter of beter aansluiten op de toekomst. Om te kunnen bewegen is een samenhangend en begrijpelijk overzicht van en inzicht in hoe het nu is nodig. Hoe zit het echt met de applicaties, gegevens en infrastructuur? Hoe lopen de processen? Hoe zit het met beveiliging en andere relevante aspecten? Het startpunt is een eerlijke blik op het nu.

Vervolgens kan je van die werkelijke wereld iets vinden. Waar zit de pijn? Waar kraakt de informatievoorziening in haar voegen? Waar zijn aanpassingen nodig om ontwikkelingen te kunnen volgen of ambities te ondersteunen? Die analyse moet het specifieke karakter van de organisatie respecteren.

Wat is er nu en wat moet er anders: dat vormt de basis voor een schets van waar het naar toe moet. Dat toekomstbeeld moet realistisch zijn en haalbaar voor de organisatie. Ook het toekomstbeeld brengt meerdere perspectieven samen en is begrijpelijk voor iedereen die betrokken is.

Dan komt het daadwerkelijk bewegen, het daadwerkelijk iets veranderen in de echte wereld, bijvoorbeeld door projecten of andere vormen van wijzigingen. Om die veranderingen te kunnen richten naar het toekomstbeeld is draagvlak nodig – tot aan het hoogste niveau van besluitvorming. Niet iedere verandering zal een stap in de gekozen richting zijn; er zullen altijd redenen zijn om van de koers af te wijken, of om het toekomstbeeld aan te passen. Al doende leren we. Bovendien wacht de wereld niet netjes tot we uitveranderd zijn om zelf te veranderen. Het is dus zaak de cyclus tijdig te sluiten en te kijken naar de nieuw ontstane werkelijke wereld.

De architect begint in de modder, beziet de modderpoel van boven, bepaalt een richting en ploetert die nieuwe, iets drogere kant uit. Dat het ploeteren zelf zo moeizaam gaat, is nog geen reden om heel ingewikkeld over het proces te doen.