Principes vormen een krachtig instrument om keuzes vast te leggen en uit te dragen. Ze stellen anderen in staat om te toetsen of hun eigen gedrag in lijn is met de richting die de organisatie op wil en om zich zo nodig aan te passen. Architectuur gaat bij uitstek over het maken van fundamentele keuzes die richting geven aan het werk van anderen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat principes een populair instrument zijn onder architecten.
In de praktijk wordt het instrument van principes vaak te losjes gebruikt. Er worden veel te veel principes opgesteld die nauwelijks richting geven, niet inspireren en al helemaal niet te handhaven zijn. Dat wordt vaak opgelost door de spelregel ‘pas toe of leg uit’ in te voeren: het geeft niet als een principe niet gevolgd wordt, zolang maar duidelijk is waarom niet. Dat is dodelijk voor de geloofwaardigheid van de architect.
Een echt principe is altijd geldig. Zo rijden we in Nederland aan de rechterkant van de weg en is diefstal verboden. Architectuurprincipes moeten ook dergelijke fundamentele geldigheid hebben. Als er één principe straffeloos met voeten kan worden getreden, boeten alle andere ook in aan kracht. Stel daarom alleen principes in die ook echt gehandhaafd gaan worden. Meestal zijn dat er niet veel, een handvol misschien. Hoe krachtiger het gereedschap is, hoe zorgvuldiger men ermee om moet gaan.